Taal
- dictee woordpakket 3
Het eerste leerjaar start nu ook met woordpakketten. Elke week krijgen ze een dictee van een woordpakket. We oefenen dit in de klas, maar ook thuis kan je best oefenen!
Vanaf nu schrijven we ook aan elkaar.
We starten nu met moeilijkere letterverbindingen.
(zie voorbeeldjes)
Op het dictee worden 10 woordjes en 2 zinnen gevraagd.
voorbeeld woordjes:
bot–bel–wesp–veer–boer–vuil–brug–muur–vot‐brul
voorbeeld zinnetjes:
- de vos loopt weg.
- de beer is leuk.
Denk er ook aan om elke dag even te lezen!
Hoe meer er gelezen wordt, hoe vlotter het gaat (er wordt nu niet meer gehakt en geplakt).
avi 1 boekjes moeten nu zeker gaan, dus ga bijvoorbeeld eens samen gezellig naar de bib.
Rekenen
- deelbrevetjes tot 20
1. getalkaartoefeningen
|
2. Boven- en onderburen tot 20
|
- hoofdrekenen + tot 10
2de leerjaar
Taal
- dictee woordpakket 9 : verlengingsregel d of t
Voorbeeldjes:
stad–krant–goed–vest–band–sport–grond–kruid–tijd–spuit
- De wasmand staat op de grond.
- Het kruid groeit het best in zand.
Rekenen
- hoofdrekenen + tot 20
- maaltafels
Denk er ook aan om elke dag even te lezen!
De week voor de paasvakantie doen we geen nieuwe brevetjes, maar krijgen de kindjes die nog iets moeten inhalen de tijd om dat te doen!
Je ziet vooraan in het brevetmapje of jouw kapoen nog iets opnieuw moet inoefenen.
Veel succes gewenst en ik hoor het graag als er vraagjes zijn!
Evelien