voor de haasjes
Woordpakket 14: woorden met “–ch”, “-cht”, “-g”, “-gt”
lach
|
pech
|
zich
|
legt
|
slag
|
zegt
|
ligt
|
nacht
|
bocht
|
boog
|
dicht
|
zucht
|
echt
|
zacht
|
mug
|
licht
|
Brecht
|
vlecht
|
acht
|
volg
|
voor de vosjes
herhaling
de snuit wasbeer vier geit
het doek rook buik ijs
een vlees tuinman papier dolfijn
leuk broer leerjaar plein eik
de snuit wasbeer vier geit
het doek rook buik ijs
een vlees tuinman papier dolfijn
leuk broer leerjaar plein eik